De waterflow-indicatoren moeten worden geïnstalleerd op systeemleidingen zoals aangegeven op de tekening en/of zoals hierin gespecificeerd. Waterstroomindicatoren moeten worden gemonteerd op een doorzichtige pijplijn met de juiste normale afmetingen, hetzij een horizontale hetzij verticale buis. De indicatoren moeten een gevoeligheid hebben in het bereik van 4-10 gallon per minuut en een statische drukwaarde tot 450 psi voor leidingen van 50 mm tot 200 mm. De indicator moet reageren op waterstroming in de gespecificeerde richting na een vooraf ingestelde tijdsvertraging die in het veld kan worden ingesteld. De vertragingsconstructie moet een verzegelde mechanische pneumatische eenheid zijn met een visuele tijdsvertraging.
| 
Nominale druk: | 
Tot 450 PSI (3,1 MPa) |
| 
Stromingsgevoeligheid: | 
4-10 GPM (15.0 l/min) |
| 
Maximale overspanningsbeveiliging: | 
18 FPS (5,5 m/s) |
| 
Beoordelingen van contactpersonen: | 
Twee sets SPDT (vorm C) |
| 
 | 
10,1 A bij 125/250 VAC |
| 
 | 
2,0 A bij 24 VDC |
| 
Classificatie van behuizing: | 
NEMA 4- geschikt voor gebruik binnen en buiten |
| 
Kabelingangen: | 
Twee openingen voor 1/2″-buis |
| 
 | 
Eén open, één knock-out type |
| 
Compatibele pijp: | 
Stalen waterpijp, schema 10 t/m 40 |
| 
Servicegebruik: | 
Automatische sprinkler: NFPA-13 |
| 
 | 
Een of twee gezinswoningen: NFPA-13D |
| 
 | 
Residentiële bezettingsgraad tot 4 verdiepingen: NFPA-13R |
| 
 | 
Nationale brandalarmcode: NFPA-72 |
| 
Garantie: | 
3 jaar |
